zondag 27 oktober 2013

DRIE NEDERLANDS-INDISCHE LUCHTVAARTPIONIERS

Het navolgende artikel schreef ik voor de ´Stuurkolom´, het orgaan van de vereniging ´Reünies ML-KNIL´. Het werd daarin gepubliceerd in de zomer van 2013.

© G.J. Tornij

Soesterberg
De wieg van Neerlands luchtvaart heeft in Soesterberg gestaan, onder die titel werden anekdotes gebundeld van de eerste generatie militaire vliegers die op Soesterberg hun opleiding ontvingen. Maar al voor het ontstaan van de Luchtvaartafdeling was Soesterberg een plaats waar luchtvaartpioniers hun diensten aanboden. Want in militaire kringen was men aanvankelijk niet overtuigd van de toepassingsmogelijkheden van het vliegtuig. Nu honderd jaar geleden werd alsnog een Luchtvaartafdeling aan de landmacht toegevoegd. Dit jaar wordt in meerdere publicaties aandacht besteed aan de betekenis hiervan voor Nederland. Maar sommige luchtvaartpioniers die in Nederland actief waren, hebben ook aan de wieg gestaan van de luchtvaart in voormalig Nederlands-Indië. In de periode 1913-1913 zijn daaronder drie slachtoffers gevallen. Over hen gaat dit artikel.

Alfred Emile Rambaldo (1879-1911)

De eerste vlucht van de gebroeders Wright met een zwaarder-dan-lucht vliegtuig in 1903 was een belangrijke stimulans voor de verdere ontwikkeling van de luchtvaart. Het is aan jonge luitenant-ter-zee A.E. Rambaldo te danken dat in 1907 de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart (N.V.v.L.) werd opgericht. Hij verzorgde voordrachten en publicaties en bracht hooggeplaatste personen samen met als doel de luchtvaart tot ontwikkeling te brengen. Een van zijn eerste voordrachten werd gehouden op 5 oktober 1907 in Artis Amsterdam en had als onderwerp ´De luchtscheepvaart ten dienste van het wetenschappelijk onderzoek in Nederlandsch-Indië´.  Nadat hij de N.V.v.L verder tot bloei had gebracht vertrok hij in december 1908 zelf naar Indië. Daar werd door hem de Nederlandsch Indische Vereeniging voor Luchtvaart opgericht, met circa 600 leden gedurende 1910. In augustus 1911 had Rambaldo naar Nederland zullen terugkeren. Op 5 augustus maakte hij echter een ballonvaart met een voor hem fatale afloop. Die ochtend vertrok Rambaldo vanaf een terrein bij de gasfabriek in Soerabaja. Na een korte vaart raakte de ballon nabij Tjabak enkele boomtoppen en bleef daarin hangen. Collega ballonvaarder Van Steijn verankerde de ballon aan een stevige tak en Rambaldo klom uit de ballon om via de boomtakken naar beneden te klimmen. Halverwege de boom ging er iets mis. Rambaldo viel omlaag en was op slag dood. Hij werd met militaire eer begraven in Soerabaja op 7 augustus 1911. Nadien is zijn graf overgebracht naar de begraafplaats Kembang Kuning en daar is zijn graf nog steeds te bezoeken.

Gerard David Spandaw (1879-1914)

Het Departement van Koloniën was in 1910 nog niet overtuigd van het militaire nut van het vliegwezen. De tweede luitenant Ter Poorten van het K.N.I.L.  werd in de gelegenheid gesteld om in België een vliegbrevet te verwerven, maar dan wel voor eigen rekening. Ter Poorten verwierf zijn brevet in augustus 1911 bij de firma de Brouckère . Juist op tijd om in september 1911 te kunnen deelnemen aan de historische legermanoeuvres rond De Pettelaar bij Den Bosch. Eerst hier kon hogere legerleiding worden overtuigd van de meerwaarde van het vliegtuig voor militaire doeleinden. Bij de firma de Brouckère bestelde Koloniën vervolgens drie vliegtuigen. Voor rekening van deze firma zouden ook drie andere Nederlands-Indische officieren tot vlieger worden opgeleid. De eerste-luitenant der infanterie Spandaw was een van deze officieren. Eerder al had Spandaw in Nederlands Indië zijn moed getoond. Voor zijn verrichtingen op Flores was hem in 1910 de Militaire Willemsorde 4e klase verleend. Te Genk behaalde hij zijn vliegbrevet op 26 september 1913. Rond die tijd werd Spandaw belast met de afname voor het K.N.I.L. van de bestelde vliegtuigen. In juni 1914 vloog hij een tweepersoons Déperdussin tweedekker van Genk naar Soesterberg. Eind juni vloog hij een eenzitter monocoque over naar Soesterberg. In de avond van de 2e juli 1914 beproefde Spandaw de monocoque toen  hij in een linkerbocht omlaag gleed en de grond raakte. Hij raakte hierbij zwaargewond en werd overgebracht naar het militaire hospitaal in Utrecht.  Daar overleed Spandaw in de volgende ochtend.

 Johan ´Job´ Engelbert van Bevervoorde(1881-1918)

Als jong luitenant had Engelbert van Bevervoorde leiding gegeven aan expedities van het K.N.I.L op Celebes en op Timor. Voor zijn krijgsverrichtingen verkreeg hij in 1908 de Militaire Willemsorde 4e klasse.  In 1915 besloot hij zijn carrière voort te zetten bij de pas opgerichte Proef Vlieg Afdeeling van het K.N.I.L.. Aan het einde van zijn vliegopleiding te Soesterberg werd hem in februari 1916 het vliegbrevet uitgereikt. Juist in die tijd liep bij de firma Glenn Martin een bestelling van het K.N.I.L. voor nieuwe vliegtuigen. Engelbert van Bevervoorde werd naar Los Angeles gezonden om deze vliegtuigen af te nemen. Als kapitein keerde hij naar Indië terug en daar werd hij in april 1917 aangesteld als vlieginstructeur. Engelbert van Bevervoorde werd daar de stuwkracht achter de vliegafdeling die met beperkte middelen pionierswerk moest uitvoeren. Zo vloog hij als eerste door het bergachtig gebied tussen Rantja Ekek en Bandoeng via de Tjiaterpas.  Op 11 september 1918 instrueerde hij een leerling-vlieger in een Glenn Martin TT. Maar de start vanaf het vliegveld Soeka-Miskin ging helemaal mis. Het vliegtuig gleed af in een bocht en het belandde in een bamboeloods met brandstoffen. Leerling-vlieger Sneep kon gered worden maar Engelbert van Bevervoorde kwam om in het brandende vliegtuig. Dit ongeval was een groot verlies voor de vliegafdeling van het K.N.I.L.. In de navolgende periode werd nauwelijks meer gevlogen. In 1924 werd voor Engelbert van Bevervoorde een monument opgericht in Bandoeng. Na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië is dit borstbeeld naar Nederland overgebracht. Sindsdien is het monument te zien in de tuin van Bronbeek in Arnhem.

bronnen:

´De wieg van Neerlands luchtvaart heeft in Soesterberg gestaan´, uitgave Brabantia Nostra, Breda 1974

´Gedenkboek van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart, 1907- 19 oktober - 1912´, uitgave N.V.v.L., Haarlem 1912

´Lichter dan lucht, Los van de aarde; Geschiedenis van de ballon- en luchtscheepvaart in Nederland, Han Nabben, uitgave BDU, Barneveld 2011

´40 jaar luchtvaart in Indië´, Gerard Casius en Thijs Postma, Alkmaar 1986

´25 jaar militaire luchtvaart in Nederlandsch-Indië 1914-1939´, M. van Haselen, uitgave ML-KNIL, Bandoeng 1939

´Ind. militair tijdschrift, 70e jaargang Nr.6´, uitgave Indische krijgskundige vereeniging,  Bandoeng 1939

´Aviateurs van het eerste uur, de Nederlandse luchtvaart tot de eerste wereldoorlog´, Wim Schoenmaker en Thijs Postma, uitgave Romen, Ede 1984

´Ridders der Militaire Willemsorde bij de Koninklijke Luchtmacht´, uitgave Luchtmachtstaf, ´s Gravenhage 1965